
Naast de bredere economische en fiscale maatregelen brengt het nieuwe regeerakkoord dat gisteren werd beklonken, ook wijzigingen in de belasting op meerwaarden en specifieke fiscale aanpassingen voor beleggers!
Deze blog geeft de details mee die we tot vandaag kennen maar er zijn nog veel vragen. Zo is het nog niet duidelijk hoe alles praktisch in zijn werk zal gaan en weten we ook nog niet wat de aanvangsdatum van de nieuwe meerwaardebelasting is.
👉 Meerwaardebelasting op financiële activa
Er komt een 'solidariteitsbijdrage*' van 10% op de gerealiseerde meerwaarde van financiële activa, inclusief crypto-activa. *vanaf nu spreekt men over solidariteitsbijdrage in plaats van meerwaardebelasting.
Historische meerwaarden blijven vrijgesteld, wat betekent dat enkel winsten vanaf de invoering van deze belasting worden belast. Zoals hierboven vermeld is het nog niet duidelijk vanaf wanneer deze belasting in praktijk zal worden doorgevoerd.
Een voetvrijstelling van 10.000 euro winst per jaar is voorzien, zodat kleine beleggers minder impact voelen. Deze 10.000 euro zou per jaar geïndexeerd worden.
Als je regelmatig aandelen of crypto verkoopt met winst, zal je rekening moeten houden met deze extra belasting. Langetermijnbeleggen en gespreide verkoopstrategieën kunnen een manier zijn om de impact te minimaliseren.
LET op : het is nog niet duidelijk hoe de meerwaarde berekend zal worden. Ook is het niet duidelijk hoe alles praktisch zal worden bijgehouden. Hier gaan we dieper op in van zodra details bekend zijn.
👉 Wat met verliezen op financiële activa?
Er komt een aftrekbaarheid van minderwaarden binnen het jaar, zonder overdraagbaarheid naar volgende jaren. Ook hier wachten we verdere details af.
👉 Wat met de effectentaks voor mensen met meer dan 1 miljoen in financiële activa?
Heb je meer dan 1 miljoen in financiele activa, dan zal je wellicht sneller effectentaks betalen. Waar tot op vandaag naar de effectenrekeneningen werd gekeken zal men nu proberen burgers met meer dan 1 miljoen euro in effecten of cryptoactiva, jaarlijks 0.15% effectentaks aanrekenen. Dit staat los van eventuele winsten of verlies.
Het tarief van de belasting bedraagt 0,15% per jaar. De taks is verschuldigd op de volledige waarde van de effectenrekening en dus niet enkel op de waarde die hoger is dan de grens van € 1.000.000.
Er is wel een uitzondering voorzien indien naar aanleiding van de heffing van de taks de waarde van de effectenrekening onder de grens van € 1.000.000 zou komen. In dat geval wordt de taks beperkt tot 10% van het verschil tussen de belastbare grondslag en de grens van € 1.000.000.
Het belastbaar tijdperk bedraagt 12 maanden en loopt van 1 oktober tot 30 september. De belasting is verschuldigd op de gemiddelde waarde van de effectenrekening op 4 referentie tijdstippen, namelijk 31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september.
LET op : deze blijft dus ongewijzigd hoewel er even sprake was van een verhoging naar 0.25%. Echter gaat men wellicht meer inzetten op het controleren van de bedragen per burger en niet per rekening.
👉Wat met DBI fondsen? / beleggen met je vennootschap?
Het stelsel van die DBI-beveks, waarmee ondernemers fiscaal vriendelijk in aandelen kunnen beleggen, blijft bestaan. Er komt wel een meerwaardebelasting van 5 procent op die fondsen.
👉 Andere budgettaire belastingsaanpassingen
De federale interestaftrek voor de niet-eigen woning wordt geschrapt.
De effectentaks blijft behouden, en de regering zal maatregelen nemen om ontwijking ervan tegen te gaan.
Het VVPRbis-stelsel en de liquidatiereserve worden geharmoniseerd:
De wachttermijn voor de liquidatiereserve wordt verlaagd van 5 naar 3 jaar.
De roerende voorheffing stijgt van 5% naar 6,5%
Het effectieve tarief stijgt van 13,64% naar 15%.
📌 Conclusie
De nieuwe regels maken het fiscale landschap voor beleggers en ondernemers complexer want er komt een nieuwe, voor het eerst, meerwaardebelasting bij. Echter komen er ook vereenvoudigingen. Ik hou jullie graag op de hoogte van verdere details!
De allerbelangrijkste boodschap blijft : hoewel meerwaardebelasting niet fijn is moeten we dit ook echt relativeren.
Voorbeeld 1 : Beleggen bij een fonds bij de bank kost je jaarlijks 2 % op je totaal belegd kapitaal.
Stel je belegt 50.000 euro bij de bank dan betaal je jaarlijks 1000 euro aan kosten. Bij de meerwaardetaks betaal je slechts wanneer er meerwaardes zijn en betaal je enkel 10 % op de meerwaardes die je boekte, indien deze 10.000 euro overschrijden.
Voorbeeld 2 : bij pensioensparen betaal je 8 % op je 60 jaar op het totaal opgebouwde kapitaal.
8 % op het totale opgebouwde kapitaal is vaak hoger dan 10 % op enkel de meerwaarden.
Conclusie van bovenstaande voorbeelden : Ook al komt er een meerwaardebelasting. Het blijft belangrijk te streven naar het meest optimale rendement. Optimale rendementen halen we door naar kosten te kijken. Door zelf te leren beleggen kan je heel erg veel kosten sparen.
Opmerkingen